Ondersteuning
Wij zien onze school als een plek waar jongeren volwassen worden. Daarbij zetten wij elke leerling in zijn kracht om zich optimaal te ontwikkelen. Geen leerling kan dit helemaal alleen. Om onze leerlingen hierbij te helpen is er basisondersteuning voor iedereen en extra ondersteuning voor leerlingen die dit nodig hebben. Ons uitgangsprincipe bij de ondersteuning is van ‘geleid via begeleid naar zelfstandig’.
Basisondersteuning voor iedereen
Basisondersteuning bestaat uit pedagogische en didactische ondersteuning die de vakdocenten geven. In de mentorlessen besteden we naast het welbevinden van de leerling (in zijn groep) veel aandacht aan het leerproces (leren leren, plannen en organiseren). De mentor is de spil in deze begeleiding en is ook het eerste aanspreekpunt voor ouders. Daarnaast ondersteunen de mentor en de coördinator loopbaanoriëntatie de leerlingen bij het maken van keuzes.
Extra ondersteuning voor wie dat nodig heeft.
Voor leerlingen die leerproblemen hebben of bij wie het gedragsmatig niet vanzelf gaat, bieden wij extra ondersteuning aan. Om de juiste ondersteuning te kunnen bepalen, stelt de mentor (in overleg met de ouders) een ondersteuningsaanvraag op, die naar de ondersteuningscoördinator gaat. Zij stelt in overleg met het Intern Ondersteuningsteam een plan op dat na een afgesproken periode geëvalueerd wordt. We bieden ondersteuning op het gebied van het wegwerken van leerachterstanden, NT2, dyslexie, dyscalculie, versterken van sociale vaardigheden, verminderen van faalangst, andere sociaal emotionele problematiek, de ontwikkeling van de executieve functies en begeleiding bij taalontwikkelingsstoornissen bij dove of slechthorende leerlingen. Dit is maatwerk. Extra ondersteuning kan gedurende een periode intensief zijn. We werken er in die periode naartoe dat de leerling weer goed kan functioneren met alleen basisondersteuning. Heb je hier vragen over? Dan kun je terecht bij de mentor van jouw kind.
Basisondersteuning
Leren kun je niet alleen en groeien gaat niet helemaal vanzelf. Er zijn verschillende mensen op Cals IJsselstein die een rol spelen in het leer- en groeiproces van de leerlingen.
mentor
De mentor is eerste begeleider en aanspreekpunt voor de leerling, ouders en vakdocenten. Hij is verantwoordelijk voor de individuele ondersteuning, draagt zorg voor het groepsproces in zijn klassen en begeleidt de leerling in het ontwikkelen van studievaardigheden. Leerlingen hebben wekelijks mentorlessen. Tijdens deze lessen is er ruimte om van alles te bespreken met de mentor. Zo komt er bijvoorbeeld aan bod hoe je met elkaar omgaat, hoe je het beste kunt plannen en leren en hoe je de juiste keuzes maakt.
Planagenda
De brugklasleerlingen krijgen van ons op de eerste schooldag van hun mentor de Planagenda. Dit is een speciale agenda die het leren plannen ondersteunt. Tijdens de mentorlessen wordt uitgebreid aandacht besteed aan het gebruik van deze agenda. Op deze wijze leggen de leerlingen een goede basis voor hun verder schoolcarrière op gebied van plannen en organiseren van het schoolwerk.
Vakdocent
De vakdocent begeleidt de leerlingen bij het zo zelfstandig mogelijk leren van de kennis en de vaardigheden die je nodig hebt voor een vak.
Extra ondersteuning
ZORGADVIESTEAM (ZAT)
Onze school werkt met een Zorgadviesteam. Dit team bestaat uit de ondersteuningscoördinator, de schoolmaatschappelijk werker, de orthopedagoog, de schoolarts, de leerplichtambtenaar en een medewerker van het Jeugdteam IJsselstein/Nieuwegein en – op afroep – de wijkagent. In dit team worden leerlingen besproken waarover de school zich zorgen maakt. Het team geeft advies aan ouders, mentor en leerlingcoördinator.
Dit kan resulteren in het starten van extra ondersteuning op school of in verwijzing naar een externe instantie. Dit doen we altijd in overleg met de ouders.
SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK (SMW)
Schoolmaatschappelijk werk is een laagdrempelige vorm van hulpverlening. Mentoren, leerlingcoördinatoren, afdelingsleiders en ouders kunnen advies vragen aan SMW als ze vragen of zorgen hebben over een leerling, die zowel op het schoolse, als op het privévlak liggen en de ontwikkeling op school dan wel thuis beïnvloeden.
School en ouders staan samen voor de opvoeding van de leerlingen. Schoolmaatschappelijk werk kan een brug zijn tussen school en thuis. De hulp kan bestaan uit een adviesgesprek, ondersteuning aan leerling en/of ouders of het begeleiden naar een andere passende vorm van hulpverlening.
Op onze school is mw. S. Ledel de schoolmaatschappelijk werker. Voor een afspraak kunnen mentoren leerlingen aanmelden bij de ondersteuningscoördinator, mw. P. van Stijn. Ouders kunnen rechtstreeks contact opnemen met de ondersteuningscoördinator via de Cals College app.
JEUGDGEZONDHEIDSZORG GGD-REGIO UTRECHT
De GGD op het voortgezet onderwijs
Aan elke school in het voortgezet onderwijs in de provincie Utrecht is een jeugdgezondheidszorgteam (JGZ) van GGD regio Utrecht verbonden. Dit team bestaat uit een jeugdarts en jeugdverpleegkundige. De Jeugdgezondheidszorg van de GGD regio Utrecht is er voor kinderen, jongeren en hun ouders om hen te adviseren en te ondersteunen bij gezond en veilig opgroeien.
Gezondheidsonderzoeken op school
In de onderbouw en bovenbouw (klas 2 en 4) nodigen we jongeren uit voor een gezondheidsonderzoek met als motto ‘Gezond leven? Check het even!’. Het onderzoek is bedoeld om jongeren stil te laten staan bij hun gezondheid en hun leven, op school, thuis en in hun vrije tijd en ze uit te nodigen om vragen en twijfels die er wellicht zijn te stellen. Indien nodig kunnen we ondersteunen met informatie en advies of verwijzen naar hulp.
Ouder(s) ontvangen in het jaar dat hun kind wordt uitgenodigd voor het gezondheidsonderzoek een brief met informatie over het onderzoek. Meer informatie.
Voor vragen over gezondheid
Voor deze onderzoeken is het jeugdgezondheidszorgteam regelmatig aanwezig op school. Loop gerust bij hen binnen of zoek contact als je vragen hebt.
De jeugdverpleegkundige kan goed met je meedenken als je vragen hebt over bijvoorbeeld uiterlijk, gezondheid, hoe het thuis gaat, vrienden, school, gepest worden, ongelukkig zijn, ongewenste intimiteiten, alcohol, verliefdheid, drugs, enzovoort.
De jeugdarts kan je ook helpen bij zulke vragen, maar ook bij vragen over je groei, puberteitsontwikkeling, ogen en oren, of als je iets wilt weten over ADHD, autisme of over bijvoorbeeld angstige of depressieve gevoelens.
Ziekteverzuim en Zorgadviesteam (ZAT)
De jeugdarts werkt intensief samen met school, ouders en jongeren op het gebied van ziekteverzuim. Iedereen is wel eens ziek. Dat kan natuurlijk gebeuren. Problematisch wordt het als een jongere langdurig of vaak ziek is. De kans op leerachterstanden, afglijden naar een lager onderwijsniveau of voortijdig schoolverlaten is dan groter. Bij langdurig of regelmatig verzuim werken school, leerplicht en de jeugdarts samen met de jongere en ouders aan een snelle terugkeer naar school. Gezamenlijk wordt een plan van aanpak opgesteld, hierbij wordt gekeken wat nodig is om zo optimaal mogelijk te kunnen deelnemen aan het onderwijs.
Het vroegtijdig reageren op ziekteverzuim is van groot belang. Hoe korter het verzuim, hoe kleiner de leerachterstand en hoe soepeler de terugkeer naar school kan verlopen. Het tijdig inzetten van ondersteuning voorkomt inzet van zwaardere hulp in de toekomst.
De jeugdarts wordt verder betrokken bij problemen in ontwikkeling, gedrag, groei, psychosociaal en problemen bij het zien en horen en neemt deel/kan deelnemen aan het ZAT (zorg-advies team). Dit is een overleg waarin school leerlingen kan bespreken, waar school zorgen over heeft. Dat gebeurt altijd met toestemming van ouder(s) en/of jongeren.
Het hele jaar bereikbaar
Ook buiten de onderzoeken is de GGD regio Utrecht het hele jaar door bereikbaar voor vragen en advies over gezond opgroeien.
- Service Center JGZ 033 – 460 00 46 of jeugdgezondheidszorg@ggdru.nl. Voor vragen over ontwikkeling en gezondheid of contact met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van de school.
- JouwGGD.nl: website met alles over gezondheid voor jongeren, o.a. met chat-mogelijkheid.
Aan het begin van het nieuwe schooljaar en voor de start van de gezondheidsonderzoeken volgt via een nieuwsbrief van de GGD aanvullende informatie over de onderzoeken. Tevens worden in die nieuwsbrief de contactgegevens van de jeugdarts en de jeugdverpleegkundige die aan school verbonden zijn, vermeld.
SPREEKUUR JEUGDARTS
Wanneer een leerling door ziekte veel moet missen van school, loopt hij de kans achterop te raken en geen diploma te halen. We willen dit graag voorkomen. Daarom houdt de jeugdarts twee keer per maand een preventief spreekuur op school. Als een leerling onlangs of regelmatig ziek is geweest kan school een leerling verwijzen naar dit spreekuur. Ouders worden vooraf ingelicht door de ondersteuningscoördinator. Een leerling kan zelf ook vragen om een vertrouwelijk gesprek met de jeugdarts. De jeugdarts zal met de leerling in gesprek gaan over het ziekteverzuim en maakt een probleemanalyse. De jeugdarts kan adviseren over de gezondheidsproblemen of de leerling doorverwijzen naar andere hulpverleners. Hiertoe wordt dan een vervolgafspraak samen met de ouders gemaakt. De jeugdarts heeft geen controlerende rol en heeft een beroepsgeheim. Inhoudelijke informatie over leerlingen wordt alleen met toestemming van de leerling/ouders gedeeld met school.
Ouders worden altijd dezelfde dag door de jeugdarts op de hoogte gesteld dat een gesprek heeft plaatsgevonden. De GGD/JGZ volgt de wettelijke richtlijnen over hoe om te gaan met persoonsgegevens.
Dyslexie / dyscalculie
Dyslexie kan jouw kind flink in de weg zitten. Daarom willen we onze dyslectische leerlingen graag ondersteunen bij het leren omgaan met hun dyslexie. Op het Cals College hebben we dyslexiecoaches.
De dyslexiecoach is specialist en vraagbaak op het gebied van dyslexie en zorgt voor een soepele overgang tussen basisschool en voortgezet onderwijs. Met vragen over dyslexie in de dagelijkse lessituatie kan de leerling terecht bij de mentor en vakdocent. Aan het begin van het schooljaar organiseren we een informatieavond voor ouders van dyslectische leerlingen. De coördinator dyslexie is te bereiken via dyslexie.ijss@cals.nl.
Testmogelijkheden
Leerlingen met dyslexie- en/of dyscalculieproblemen kunnen, na overleg met de ouders, extern getest worden. Als de leerling op advies van de ondersteuningscoördinator of orthopedagoog wordt getest, dan is onder bepaalde voorwaarden een maximale schoolbijdrage van €150 mogelijk, waarbij de school ervan uitgaat, dat zij het testrapport mag inzien. Meer informatie hierover kun je krijgen bij de ondersteuningscoördinator mw. P. van Stijn of de orthopedagoog mw. I. Weitering.
Meer weten? Bekijk onderstaande documenten.
Faalangst
Bij het vermoeden van faalangst komt een leerling in aanmerking voor faalangsttraining. Deze training is erop gericht de leerling zijn eigen faalangst te laten herkennen en te leren er beter mee om te gaan. Deze training wordt tweemaal per jaar aangeboden en is voornamelijk bedoeld voor leerlingen uit de onderbouw. Een aanvraag voor faalangsttraining wordt door de mentor, in overleg met ouders en de leerling gedaan. Het kernteam van de ondersteuning (ondersteuningscoördinator, orthopedagoog en SMW) bekijken de aanvraag en kennen de training al dan niet toe. Vervolgens neemt de faalangsttrainer contact op met de ouders en leerling om hen te informeren over de training.
Heeft een leerling in het examenjaar faalangst? Dan kan hij of zij deelnemen aan een training verminderen van faalangst voor examenleerlingen. Deze training wordt eveneens aangevraagd via de mentor, in overleg met ouders en de leerling en beoordeeld door het kernteam van de ondersteuning.
Voor meer informatie kunt u terecht bij de ondersteuningscoördinator Mw. P. van Stijn.
Cals Intermezzo
Dit is de trajectvoorziening binnen school, gevestigd in een eigen lokaal. Leerlingen die op enigerlei wijze vastlopen in het onderwijs en een korte of langere periode intensievere begeleiding nodig hebben, krijgen hier extra ondersteuning op maat. Daarnaast blijven de leerlingen de gewone lessen volgen in hun klas. De mentor vult hiervoor met toestemming van ouders een ondersteuningsaanvraag voor in, welke wordt beoordeeld door het kernteam van de ondersteuning (ondersteuningscoördinator, orthopedagoog en SMW). Als een traject bij Cals Intermezzo wordt toegekend, krijgen ouders en leerling dit via de toegewezen trajectbegeleider te horen.
De trajectbegeleiders van Cals Intermezzo stemmen voor de kortdurende trajecten af met de ondersteuningscoördinator en voor de langdurende trajecten vindt er afstemming plaats met de orthopedagoog. Er vinden tussentijdse- en eindevaluaties plaats met ouders, leerling en eventueel externe betrokkenen.
De trajectbegeleiders stellen voor de langdurende trajecten samen met de orthopedagoog een ondersteuningsplan op. Dit wordt vastgelegd in een ontwikkelingsperspectief plan (OPP). Hierin benoemen we kwaliteiten van een leerling en eventuele belemmerende factoren. Ook kijken we vooruit: waar staat de leerling nu en waar willen we dat hij/zij eindigt? Hoe denken we dat doel te bereiken en met welke middelen?
De trajectbegeleider onderhoudt regelmatig contact met de ouders over de inhoud van de geboden ondersteuning.
Loopbaanoriëntatie en begeleiding
Keuzes maken kun je leren. We besteden hier al vanaf de brugklas aandacht aan tijdens de studiebegeleidingslessen.
In de brugklas maken alle leerlingen kennis met de drie leerroutes:
- Mens & Gezondheid,
- Maatschappij & Ondernemen,
- Technologie & Duurzaamheid.
Na het eerste jaar kiezen de leerlingen voor met welke twee leerroutes ze in het tweede jaar verder willen gaan en na het tweede jaar maken ze een definitieve keuze voor de leerroute die ze gaan volgen.
In de studiebegeleidingslessen wordt aandacht besteed aan hoe de leerlingen deze keuze kunnen maken.
In de bovenbouw krijgen alle leerlingen loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB). Dit vak is ook een onderdeel van het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Bij dit vak worden leerlingen begeleid bij het maken van een keuze voor een vervolgopleiding. De mentor begeleidt dit proces. Voor specifieke vragen over vervolgopleidingen of voor beroepsinteressetesten kan een mentor de coördinator LOB inschakelen.
Er zijn twee coördinatoren:
- mw. N. Vaneker, LOB coördinator onderbouw
- dhr. F. Meijer, LOB coördinator bovenbouw
Taal(klas)
Voor leerlingen die moeite hebben met het vak Nederlands en/of Engels, is kortdurende extra ondersteuning bij de Nederlandse of Engelse taal mogelijk. Dit wordt aangevraagd via de mentor, met toestemming van ouders, middels het invullen van een ondersteuningsaanvraag. Het kernteam van de ondersteuning (ondersteuningscoördinator, orthopedagoog en SMW) bespreken deze aanvraag en kennen het al dan niet toe. Vervolgens wordt er een brief gestuurd naar ouders over de ondersteuning, wanneer het start en in welk lokaal de leerling wordt verwacht.
Daarnaast bieden we voor leerlingen met Nederlands als tweede taal en een grote taalachterstand de mogelijkheid voor deelname aan de taalklas. De leerling kan deelnemen aan de taalklas op het moment dat de leerling korter dan zes jaar in Nederland is. Binnen de taalklas wordt er het vergroten van de woordenschat geoefend. Daarnaast wordt er vakinhoudelijk gewerkt aan bijvoorbeeld de zaakvakken om schooltaal te verbeteren. Leerlingen komen één of twee keer per week naar de Taalklas toe. Voor meer informatie kunt u terecht bij de orthopedagoog van de school mw. I. Weitering.
Training sociale vaardigheden
Leerlingen (uit de onderbouw) die moeite hebben om contact te leggen, pesten of gepest worden of andere problemen hebben in de omgang met anderen, kunnen een cursus sociale vaardigheden (SOVA) volgen. Voor deze training is het van belang dat de leerling gemotiveerd is om veranderingen teweeg te brengen.
De aanvraag hiervoor wordt gedaan door de mentor, in overleg met ouders en de leerling. Het kernteam van de ondersteuning (ondersteuningscoördinator, orthopedagoog en SMW) bespreken de aanvraag en kennen SOVA al dan niet toe. Vervolgens nemen de trainers van de SOVA voorafgaand aan de training contact op met ouders en leerling om hen te informeren over het SOVA-traject.
De SOVA-training wordt tweemaal per jaar aangeboden en is voornamelijk gericht op leerlingen uit de onderbouw.
Voor meer informatie kun je contact opnemen met de ondersteuningscoördinator, mw. P. van Stijn.
Vertrouwenspersonen
Als leerlingen problemen of een klacht hebben op het gebied van: zich niet veilig voelen, pesten, geweld, agressie, discriminatie, ongewenst gedrag van anderen of (seksuele) intimidatie, dan kunnen ze zich wenden tot één van de vertrouwenspersonen, dhr. M. Löwik, en mw. P. Troost.
Zij geven advies en kunnen de leerlingen doorverwijzen de extra ondersteuning in school. Voor officiële klachten is er een klachtenregeling.
Schoolondersteuningsprofiel
In ons schoolondersteuningsprofiel leggen wij vast welke ondersteuning wij kunnen bieden aan leerlingen. Dit zowel voor leerlingen met als zonder extra ondersteuningsbehoefte.